Wat houdt een castratie in?


Wanneer een castratie?

 

Er zijn diverse redenen om een reu te castreren. De meest voorkomende is dat de reu gemakkelijker in de omgang is en niet snel zijn neus meer zal volgen wanneer een loopse teef in de buurt is. Ook de kans op prostaatproblemen later is aanzienlijk kleiner.

 

Het castreren van een reu kan al vanaf een leeftijd van 6 maanden. Op latere leeftijd castreren is ook mogelijk.

 

 

Er zijn 2 soorten castratie mogelijk:

 - 1. de operatieve castratie

 - 2. de chemische castratie 

 

1. de operatieve castratie

 

Als we spreken over een operatieve castratie hebben we het over het verwijderen van de testikels. dit is een definitieve operatie en kan niet meer worden omgekeerd. Omdat de testikels worden weggehaald is de hormoonhuishouding ook verdwenen. Dit heeft natuurlijk voor en nadelen.

 

2. de chemische castratie

In tegenstelling tot de operatieve castratie laten we de testikels met rust. Chemische castratie is een implantaat dat met een naald onder huid wordt ingebracht. Deze implantaat werkt ongeveer 6 maanden en geeft hetzelfde effect als een chirurgische castratie. Het is een veilige en omkeerbare manier om reuen tijdelijk onvruchtbaar te maken. Als de chemische castratie een positieve werking heeft op de hond en  de eigenaar is het advies om na de 6 maanden een operatieve castratie in te plannen.

 

 

Voor- nadelen castratie

Er zijn natuurlijk altijd voor- en nadelen van een castratie. Om u goed te informeren staan hieronder de voor- nadelen.

 

Voordelen:

- De reu zal minder mannelijk gedrag vertonen (dominantie/plasgedrag/weglopen);

- Een veel voorkomende goedaardige vergroting van de prostaat zal na een castratie niet meer voorkomen;

- Geen kans op testikeltumoren;

- De reu zal minder de neiging hebben om tegen iets of iemand op te ‘rijden’; 

- Wanneer een reu een voorhuidenfictie heeft, zal na castratie het overmatige vloeien uit de voorhuid verdwijnen of in ieder              geval afnemen;

- De reu wordt onvruchtbaar er kan dus geen ongewenste dekking meer plaatsvinden.

 

Nadelen:

- Er kan niet meer gefokt worden met de reu;

- De stofwisseling verandert, waardoor het lichaamsgewicht wat kan toenemen. Dit is echter vrij eenvoudig te voorkomen                  door minder te voeren;

- Er kan een vachtverandering optreden bij enkele honden rassen;

- De reu kan incontinent worden (klein risico);

- Er kan een negatieve gedragsverandering optreden.